dinsdag 13 september 2011

Brommermannetje

Je hebt ook mannetjes op brommers. Het is een soort apart. Ze hebben altijd fietstassen, nooit leuke, maar lelijke door weer en wind verkleurde. Hun brommers zijn gezichtsloze tweedehandjes die zich helemaal aan de andere kant bevinden van het hippe scooter spectrum. Daar hangen ze dan zo'n beetje op, ingezakt. Hun bolle rug straalt berusting uit en op hun gezicht hebben ze een soortgelijke uitdrukking. Kort van stuk zijn ze; lange mannen zie je zelden op zo'n tuffertje - alsof dat verboden is. Ze zijn vaak wat ouder, maar hoe oud is niet te zeggen. Ze bevinden zich ergens in dat ondefinieerbare veld tussen middelbare leeftijd en gewoon oud. Soms hebben ze hengels bij zich. Visssen en het brommermannetje, dat gaat goed samen.
Zo zie je ze tijden niet, zo zie je er twee op één dag. Ze lijken zoveel op elkaar, dat je je afvraagt of ze 't hebben afgesproken. Net als bij het grijze permanentje, of het beige jack, dat nationale uniform van de bejaarde.
Maar het brommermannetje zou nou juist nooit iets afspreken over zijn uiterlijk, die weet niet eens dat hij een uiterlijk hééft. Geeft niks. In tegendeel. Misschien is het wel een pluspunt. Het pluspunt van het brommermannetje.

zaterdag 16 april 2011

Koffie?

'Jaaaa die blauwe zijn wel okee', zegt de jongen op rechts. We zitten in de trein van Groningen naar Amsterdam. Het is vrijdagmiddag en de coupé is gevuld met studenten op weg naar huis voor het weekend. 'Je krijgt er geloof ik twintig bij ofzo, weet niet precies. 't Is wel effe uitzoeken. Maar gast, weet je wat het is', zegt Op Rechts, gewichtig. In zijn enthousiasme deint zijn bruine krullenbol driftig op en neer. 'Dat melkding d'r bij is echt fantastisch.' 'O echt?', vraagt z'n kompaan, die zijn twee meter been en arm op miraculeuze wijze heeft weten op te vouwen op het groene treinbankje. 'Ja man. Een latte macchiato maak je echt zó.' 'Goh', zegt Twee Meter geïnteresseerd. 'Jaah...dat is wel te gek dan.'
Dus hier hebben jongens van twintig het over? Als dit de huishoudbeursexpress was, die elk voorjaar hordes te dikke vrouwen in laagjesjurken en auberginespoeling vervoert vanuit alle Almeres naar de RAI, had ik het geloofd. Maar dit zijn jongens. Je verwacht dat de testosteron ze door de aderen giert en ze niks anders doen dan met openhangende mond naar de meiden loeren. In plaats daarvan zitten ze als twee wijven een beetje te neuzelen over wat ooit gewoon een bakkie leut heette.
Koffie. Ergens in de afgelopen jaren is het belangrijk geworden.

zondag 20 maart 2011

Was will das weib?

Natuurlijk, een vrouw werkt, heeft relaties, een gezin - allemaal heel belangrijk. Maar waar ze al die jaren eigenlijk mee bezig is, is de zoektocht naar de perfecte spijkerbroek. Het mag een heel gedoe zijn zo'n carrière, en dan die balanceeract met dat gezin er nog bij, het is allemaal niets vergeleken met de queeste om nou verdomme eindelijk eens een keer een goeie spijkerbroek te vinden.
Gewoon een broek mensen, die ze iedere dag uit de kast kan trekken zonder na te denken, want dat doet ze al meer dan genoeg. Die het been lang maakt en de bil niet afplat tot pannenkoek, maar juist leuk opbolt en liefst ook wat optrekt, zoals de push-up bh dat in de bovenste regionen doet. En in de perfecte kleur en wassing, twee héél verschillende maar o zo belangrijke dingen waarover die merken boeken vol schrijven, maar leveren ho maar. Altijd weer wordt hij ons beloofd, de perfecte jeans, en steeds is het 't net niet.
Hemel en hel mogen vergaan, tsunami, kernramp, 't is verschrikkelijk, maar die zoektocht gaat door. Dit is de rode draad in het leven van de vrouw, dit is het geheime, altijd terugkerende refrein. 'De grote vraag die nooit beantwoord is', zei S. Freud, 'en die ik niet kan beantwoorden ondanks dertig jaar research naar de vrouwelijke ziel, is: wat wil de vrouw?' Welnu: dit is wat ze wil, de vrouw. Een broek die past.

donderdag 30 december 2010

Ma Baker

Fanta, Johan Neeskens en Boney M: ze hebben op het oog weinig met elkaar te maken, maar schijn bedriegt. Ze horen alledrie tot het weefsel waaruit de jaren zeventig bestaan; lome zomeravonden gevuld met oranje bruis in een glas, het Nederlands elftal in z'n gloriejaren op de buis en dansen en meezingen in de woonkamer tussen het opeengepropte leren bankstel, met Ma Ma Ma Ma, Ma Baker, van Boney M.
Boney M, dat was Bobby Farrell. Bobby had een enorme afro en indrukwekkende plateauzolen en tijdens het zingen kauwde hij gewoon op een lucifer. Hij was dus ontzettend cool, maar het liedje riep veel vragen op. Wie was die Ma Baker uit Chicago die werd gezocht door de FBI, en waarom keek Bobby er zo kwaad bij?
Hij kan het ons niet meer vertellen, want vannacht is Bobby Farrell, 61, overleden op een hotelkamer in Sint Petersburg. Op de radio vertelde zijn manager hoe het zat, met Bobby. Hij kende hem al heel lang. 'Ik doe Bobby al twintig jaar', zei hij. Bobby trad nog steeds op. Sterker, hij was eigenlijk nooit weggeweest, zei de manager. Behalve na de jaren zeventig even. Maar daarna was hij 'in de revival gegaan'. Hij zong nog steeds Ma Baker. Ma Baker: she never could cry but she knew how to die. Of Bobby dat ook wist, blijft een raadsel, maar dood is hij. Geen revivals meer, voor Bobby.

woensdag 8 september 2010

Herfstlijkjes

Je begint zoals iedereen: met de goedkoopste. Alle kleuren van de regenboog heb je inmiddels al gehad, sterretjes en stippeltjes incluis. Want ze begeven het, die krengen, soms al bij de eerste vlaag. Eenmaal stuk eindigen ze in de goot, of achteloos in een afvalbak gestoken. De pootjes, geknakt, er nog half uit. In de loop der jaren laat je zo heel wat paraplulijkjes achter.
Op een dag ben je het zat en trek je je portemonnee. Maar al leven de duurdere beduidend langer, stuk gaan ook zij. Dus je gaat een trapje hoger. En nog hoger. En dan kom je zo ver.
Dat was voor mij vandaag. Vandaag kocht ik de Rolls-Royce onder de paraplu's. Om te beginnen licht 'ie lekker zwaar in de hand. Je gaat ervan mee in de palm van je andere hand slaan, een beetje zoals oom agent in de stomme film met zijn wapenstok. Als je op de rode knop drukt schiet 'ie zo hard open dat je ervan schrikt. Hij maakt daarbij een fijn, haast hydraulisch geluid.Pfoef. Voor de lol wil je 'm steeds weer tevoorschijn laten schieten. En weer in. En uit. En voor het eerst ben je blij dat het regent.

donderdag 2 september 2010

Nieuwe vogels

Zoals de groene parkieten in zwermen opduiken in de stad, luid kakelend en zwalkend langs daken en bomen, zo duiken zij nu op, even plotseling en onvast: de nieuwe scholieren. In lange slierten fietsen ze langs, schrikbarend jong en nog niet helemaal op maat voor op hun op de groei gekochte fietsen. Ze vormen een groep, maar toch ook weer niet. Twee, maar vaak ook drie naast elkaar laveren ze, met al het andere verkeer, door de te smalle straten. De blik soms angstig, soms onpeilbaar ver alsof er om ze heen geen scooters razen en verkeer niet bestaat. De wondere wereld van het tienerbrein. Van 'drie naast elkaar, één de sigaar' hebben ze vast nog nooit gehoord en anders is hij niet blijven hangen, die goeie ouwe leus.
En net als de parkieten zijn ze ineens weer uit zicht verdwenen. Het is minutenwerk, hun onbedoelde optocht. Even later zijn ze binnen met z'n allen. Veilig de boom in.

donderdag 26 augustus 2010

Wasmolen

Negen uur koffiepauze, om een uur of elf weer en dan de grote pauze, zo tegen enen: ja, ik ken het ritme van de gevelmannen.Sinds mei leven wij samen in dit blok, ik op mijn balkonnetje, zij met hun enorme drilboren op hun steigers. Hun pauzes zijn ook die van mij. Eindelijk rust. Toen brak de bouwvak aan. Een oase van stilte en vogelgefluit. Na een tijdje kwam er een nieuw geluid bij: kinderkreetjes, afkomstig van de overkant. Op een dag gingen de tuindeuren open van het huis van de dikke overbuurman, en er verschenen een man en een vrouw. Een peuter schoot tussen hen door het gras op. De dikke overbuurman, zijn oude wasmachines, stapels stenen en de brommer waren allemaal verdwenen. Ze zijn verruild voor een wasmolen, een plastic zandbak en een omafiets.'s Avonds zie je niets. De nieuwe overburen hebben gordijnen.